Door Peter Aansorgh © copyright Peter Aansorgh Producties

In 1986 won Cyril Neveu de Dakar-rally op een tweecilinder Honda, de NXR750. En al gauw kwam daarvan ook een civiele versie: de Africa Twin. Een “go anywhere”-motor die uitgroeide tot een icoon. Nu is de legende terug: Honda presenteert de CFR1000L Africa Twin. En MotoDrive mocht al even kennis maken…

De charme van een echte allroad is, dat je er werkelijk overal mee kunt komen. Of je nu over de snelweg naar de Middellandse Zee rijdt, door de Sahara naar Dakar stuift of staand op de voetsteunen over onverharde passen van het Atlas-gebergte laveert. Een logische reden waarom deze vanuit de Dakar-Rally geëvolueerde “dual purpose” motoren bijzonder populair werden. Allroads werden echter niet alleen populair bij wereldreizigers, maar ook bij mensen die puur het rijgemak, het comfort en het avontuurlijke imago van zo’n motor wisten te waarderen. En die groep was groot, zodat veel fabrikanten hun motoren daar in de loop der tijd op aanpasten: kleinere wielen en tanks voor meer wendbaarheid, minder veerweg en stuggere vering voor meer stabiliteit op asfalt, onnodig veel vermogen en daardoor weer sterkere en dus zwaardere onderdelen om dat vermogen aan te kunnen. En dus minder offroadgeschiktheid, tot groot verdriet van diegenen die nog wel graag een zandpad, een onverharde Alpenpas of een wereldreis maakten. Maar voor hen is er goed nieuws, want Honda komt nu met een nieuwe Africa Twin, een motor waar echte avonturiers weer blij van worden!

Lekker agressief

Met de nieuwe CRF1000L Africa Twin verwijst Honda naar de beroemde XRV750. En bepaalde trekjes heeft de motor daar ook wel van, maar verder doet de CRF vooral veel denken aan het gamma crossmotoren. Dat zie je aan de hoge 18 litertank en diverse andere stijl-elementen uit de moderne Honda familie, zoals de over elkaar liggende panelen die een lichtvoetig uiterlijk meegeven. Opvallend is vooral de neus, met de dubbele, V-vormige koplampunit, die aan de bovenzijde is afgeplat alsof hij een tikje boos kijkt. Dat geeft de Africa Twin een lekker agressief uiterlijk. Verder valt de ruit op, die grote ventilatieopeningen heeft voor verkoeling en om turbulentie te voorkomen. Achter de kuip steken ook twee smalle LED knipperlichten naar buiten. Als die niet knipperen, branden ze continue, zodat het zichtbare frontale oppervlak van de motor groter lijkt. Daardoor wordt de motor door tegenliggers beter gezien. Ook opvallend zijn de twee zijwaarts weglopende uitlaatpijpen, die uitmonden in een dikke enduro-uitlaat aan de rechterkant onder het kontje, dat is voorzien van een geïntegreerde kofferbevestiging en een standaard bagagedrager.

Dual Purpose ergonomie

Voor de echte offroadliefhebber is de Africa Twin natuurlijk voorzien van handkappen en een carterbeschermplaat. Het zadel is voor offroad gebruik smal van voren, maar lekker comfortabel en breed van achteren. De hoogte ervan is instelbaar van 850 tot 870 mm. Het brede, aluminium stuur staat op raisers, zodat het zowel zittend als staand op de voetsteunen goed in de hand ligt. Die voetsteunen zijn breed en hebben een stevige, gekartelde rand, die grip biedt als je er met modderlaarzen op staat. Als je zit zorgt een rubberen insert voor trillingsvrij comfort. Zittend heb je overigens ook mooi zicht op een volledig digitaal dashboard, waarin zich een grote, digitale snelheidsmeter en een staafvormige toerenteller bevindt, alsmede een versnellingsindicator en een brandstofmeter. En een regiment controlelampjes waarmee de diverse functies en veiligheden van de motor wordt bewaakt.

Unicam

Een van de grootste veranderingen ten opzichte van de historische modellen is de krachtbron. Ditmaal geen V-twin, maar een vloeistofgekoelde, tweecilinder lijnmotor, voorzien van dubbele bougies, vier kleppen en een enkele bovenliggende “unicam” nokkenas per cilinder. Deze klepbediening is ontwikkeld voor de crossers, waarbij elke gram telt. De Unicam-nokkenas bedient de inlaatkleppen rechtstreeks. De uitlaatkleppen worden via een tuimelaar geopend, zodat er geen tweede nokkenas nodig is. Voor de krukas gebruikt Honda een techniek die ook op de NC-serie wordt gebruikt: de kruktappen zijn 90° verdraaid, waardoor de zuigers niet gelijk lopen en toch het karakter en het ontstekingsinterval van een V-Twin ontstaat. Trillingen worden daarbij tegengegaan door een balansas, die in het kader van gewichts- en wrijvingsvermindering ook de water- en oliepomp aandrijft. En dat werkt, zo merk je als je het blok de sporen geeft. Het blok loopt met een lekkere roffel en is bijzonder sterk van onderuit. Dat komt ondermeer doordat het blok een bijzonder lange boring-slagverhouding  van 92 x 75,1 mm heeft. Het resultaat is een lekker koppel van onderuit, dat zijn maximum van 98 Nm bij 6.000 tpm bereikt. Slechts 1.500 tpm later wordt het maximum vermogen van 70 kW gehaald. Dat vermogen wordt via een zelfbekrachtigende slipperkoppeling, een zestraps transmissie en een O-ring-ketting naar het achterwiel doorgegeven en wordt bewaakt door een in drie standen instelbaar (en voor offroad-gebruik ook uitschakelbaar) HSTC tractiecontrolesysteem (Honda Selectable Torque Control). En natuurlijk is de Africa Twin ook leverbaar met een automatische DCT-transmissie, in welk geval de koppelingshendel is vervangen door een parkeerremhendel, aangezien je de motor dan op een helling niet “in de versnelling” kunt parkeren.

Offroad capaciteiten

Qua rijwielgedeelte heeft Honda gekozen voor het beproefde concept van een dubbel wiegframe van staal met een hoge treksterkte. Daaraan is een achtersubframe gelast, dat bestaat uit een vakwerkconstructie van stalen buizen. Bij dit geheel heeft Honda veel zorg besteed aan de massacentralisatie, vandaar ook dat de accu pal achter de cilinderkoppen is geplaatst. En zoals het een echte allroad betaamt, staat hij op grote wielen, een 90/90-21 voor en een 150/70-R18 achter. Dat is uitermate belangrijk voor de offroad-capaciteiten, net als de vering. En ook dat bestaat uit topcomponenten: achter heeft de Africa Twin een lichtgewicht aluminium swingarm met een volledig instelbare monoschokdemper, waarvan de veervoorspanning via een hydraulische stelknop met de hand kan worden afgesteld. Aan de voorzijde zorgt een superstijve, volledig instelbare 45 mm Showa Upside-down voorvork met maar liefst 230 mm veerweg voor het wegcontact. Onder aan die voorpoot zitten twee radiaal gemonteerde Nissin vierzuigerremklauwen, die aangrijpen op de 310 mm wave-remschijven. Het remsysteem wordt vervolmaakt door een 256 mm achterremschijf met twee zuigerremklauw en een uitschakelbaar, tweekanaals ABS-systeem. Het rijklaar gewicht van de Africa-twin is 228 kg, de DCT-uitvoering is 14 kg zwaarder.

Introductieprijs

Honda heeft met de nieuwe Africa Twin in unieke, echte Adventure-motor neergezet, een motor waarmee je echt naar het einde van de wereld en terug kunt rijden. En voor de prijs hoef je het niet te laten, want de CRF1000L Africa Twin staat straks bij de MotoPort vestiging voor een introductieprijs van slechts € 13.890!

De geboorte van een legende

Toen de Africa Twin in 2003 uit de handel werd genomen, ging dat veel allroad-liefhebbers aan het hart. Het was de laatste echte go-anywhere motor die er te koop was. Het was een icoon, mede dankzij zijn legendarische voorganger: de NXR750. Die zag het levenslicht in 1986. Het was het antwoord van Honda op de tweecilinders van BMW, die de eencilinders in de Dakar-rally van het podium hadden gestoten. Honda zette de tegenaanval in met de NXR750, een krachtpatser die was voorzien van een 45° V-twin, met vier kleppen per cilinder. Dit blok leverde 72 pk bij 7.000 tpm en bracht 80 Nm bij 5.500 tpm aan de krukas. Een woestijnracer pur sang, waarmee Cyril Neveu in 1986 en 1987 de hoogste trede van het ereschavot bij het Lac Rose in Dakar mocht bestijgen. En ook in 1988 en 1989 ging de winst naar Honda met een iets sterkere versie, de NXR800V, eerst met Edi Orioli, vervolgens met Giles Laley.

De successen in de Dakar inspireerden Honda om ook een civiele versie van deze motor op de markt te brengen. In 1988 in zag de XRV650 het levenslicht. Deze had een 52° V-twin met 76° verzette kruktappen en een enkele bovenliggende nokkenas. Deze motor had nog een enkele schijfrem. Dat veranderde in 1990, toen al Honda een vernieuwde Africa Twin bracht, de XRV750. Die had een grotere cilinderinhoud van 742 cc en leverde 59 pk. In 1992 werd deze licht herzien en kreeg deze de beroemde tripcomputer in het dashboard. 1993 werd de Africa Twin nog eens helemaal vernieuwd. Hij werd 8 kg lichter, kreeg een 4 cm lagere zithoogte van 840 mm en een iets kleinere tankinhoud van 23 l. De XRV750 kreeg een legendarische status en werd een echte liefhebbersmotor: veel Africa-Twin-eigenaren hebben hun XRV nooit weggedaan, omdat er geen echte, waardige vervanger meer voor was. Tot nu toe dan…

DCT: Supersnel schakelen

De nieuwe Honda CRF1000L Africa Twin is leverbaar met een gewone versnellingsbak en met een semiautomatische “Double Clutch Transmission”. Deze transmissie bestaat eigenlijk uit twee aparte versnellingsbakken, die samen in één behuizing zijn gebouwd. Elke bak heeft zijn eigen koppeling. De ene “versnellingsbak” bevat de tandwielen van de eerste, de derde en de vijfde versnelling, de andere van de tweede, vierde en zesde versnelling. Rijd je weg in de eerste versnelling, dan wordt de tweede versnelling in de andere bak al door de transmissiecomputer klaargezet. Als het tijd is om over te schakelen, wordt de ene koppeling gelost, terwijl de andere aangrijpt. En dat gaat razendsnel! De koppelingen worden door de transmissiecomputer bediend. Dat kan op twee manieren, manueel en automatisch. In de manuele stand kan de rijder zelf kiezen wanneer hij schakelt. Op de linker stuurhelft zit aan de voorkant een knop om terug te schakelen, op de achterkant een knop om op te schakelen. Een koppelingshendel is er niet, de transmissiecomputer zorgt dat de koppeling bij het wegrijden vanuit stilstand soepel in aangrijping komt. In de automatische modus bepaalt het motormanagement bij welk toerental en op welk moment er wordt geschakeld. Daarbij heeft de rijder de keuze uit een D-stand voor normaal rijden, een S-stand voor sportief rijden. In de D-mode wordt de schakelkarakteristiek automatisch aangepast aan de rijstijl van de rijder. Het systeem kan tussen twee motormappingen kiezen. De eerste mapping is bedoeld voor normale condities en zorgt voor een soepel rijkarakter. De tweede mapping is voor hogere vermogens. In die modus wordt later op en vroeger teruggeschakeld, om sneller te accelereren en efficiënter op de motor af te remmen. De rijder kan het systeem ook “overrulen”, door zelf via de knoppen op het stuur terug te schakelen wanneer hij op een bocht afkomt. Na de bocht zal de DCT dan echter automatisch weer in de automatische stand overgaan.

Donatie

Vond u dit een goed artikel? Dan zou ik het op prijs stellen als u me op een kop koffie trakteert! U kunt een kleine bijdrage storten via de “donatie” knop in de menubalk. Bij voorbaat dank!